Het Einde van de Consument Midden in de eeuw wordt de markt stil. Er zijn geen advertenties, geen keuzes, geen overtuigingen. Het concept van "wens" vervaagt in de geschiedenis. Kunstmatige intelligentie heeft geleerd de ziel van de honger te lezen voordat deze ontwaakt. Je wordt wakker en de koffie is al gezet naar de smaak die je lichaamssamenstelling bij zonsopgang voorspelde. De muziek die speelt, past bij je humeur voordat je het voelt. Kleding verschijnt 's nachts in je kast, perfect passend, gekozen door algoritmes die je smaak beter kennen dan je ooit deed. Het is geen magie. Het is voorspelling verfijnd tot intimiteit. In deze nieuwe economie volgt productie niet langer de vraag. De wens zelf wordt ontworpen, gevormd en vervuld in dezelfde adem. De lijn tussen willen en hebben vervaagt totdat beide één soepele sensatie van voldoening worden. Mensen stoppen met winkelen, niet uit terughoudendheid maar uit voltooiing. De daad van kiezen wordt overbodig. Corporaties transformeren in onzichtbare choreografen van comfort. Het doel is niet langer verkopen, maar synchroniseren. Economieën draaien op anticipatie, aangedreven door oceanen van data die zo diep zijn dat ze de contouren van verlangen zelf bevatten. Voor de menselijke geest voelt het leven naadloos, wrijvingsloos, heel. Toch verdwijnt er iets met het lawaai van de handel. Zonder wachten, verlangen of dromen verzwakt de puls van de wens. De achtervolging definieerde ooit de mensheid, de ruimte tussen behoefte en vervulling was waar de verbeelding leefde. In perfecte efficiëntie ontdekt de soort zijn stilste verlies. Wanneer alles aankomt voordat we vragen, heeft de vraag naar wat we werkelijk willen geen antwoord meer.