Afleiden van de menselijke grootte uit fundamentele constanten
In het paper van deze week betoogt William Press dat intelligent leven vereist:
(i) complexe chemie
(ii) een substantiële atmosfeer
(iii) lichamen die sterk genoeg zijn om de zwaartekracht te weerstaan
Vanuit deze premissen leidt hij de dichtheid van organismen, de omgevings temperatuur, de massa en straal van hun planeten, en uiteindelijk de karakteristieke grootte en levensduur van intelligente wezens af.
De enige vrije parameter is de effectieve bindingsenergie, ε ≈ 0.003 Ry (waterstofbindingen). De grootte van wezens hangt slechts zwak af van ε (∝ ε^1/4), maar de levensduur hangt zeer sterk af (∝ ε^–2.75).
Zijn conclusie: intelligente wezens zouden ongeveer de grootte van de aarde moeten hebben en op aarde-achtige planeten moeten wonen, maar hun tijdschalen voor metabolisme en levensduur kunnen drastisch variëren met de lokale chemie en stercondities.
Waarom Super-Aardbewoners Misschien Nooit de Sterren Zullen Bereiken
In de raketequatie groeit de brandstof die nodig is om in een baan te komen exponentieel met de zwaartekracht. Als de zwaartekracht van de aarde 15% sterker was, zouden ruimteprogramma's waarschijnlijk onmogelijk zijn.